English-Dutch translations for Friday

  • vrijdag
    Vrijdag 18 februari: De Voorzitter. Relating to Friday: President. Vrijdag komen de ministers van Begroting bijeen. The Budget Council is on Friday. Ik weet dat vrijdag een dag is als alle andere dagen. Ik ben altijd op vrijdag aanwezig. I know that Friday is basically a day like any other: I am always here on Fridays.

Definition of Friday

Trending Searches

Popular Dictionaries

DictionaryPro.net

DictionaryPro.net is a free online dictionary with more than 14 million translations.

Terms of Use   Cookies   Contact Us

Auf DeutschEn españolPå svenskaSuomeksiEestikeelne

Mindmax
Content is based on Wiktionary articles.
Text is available under Creative Commons Attribution-ShareAlike license.
© 2004-2024 DictionaryPro.net