English-Dutch translations for associate

• associëren
  De afgevaardigden van het Front National weigeren zich hiermee te associëren. Members of the refuse to associate themselves with this.
  Toerisme kun je niet zo gemakkelijk associëren met nachtelijke uren. It is hard to associate tourism with the night.
  Het is verheugend dat Noorwegen en IJsland zich ook kunnen associëren met dit verdrag. And I am pleased that Norway and Iceland can also be associated in the agreement.
• omgaan

Related words

• associated
• unassociate
• adenoassociated
• associate's degree
• associate professor
• associate member
• microtubule-associated protein
• tubulin-associated unit protein
• be associated with