English-Dutch translations for conspirator

• konkelaar
• samenzweerder
  Het is een leuke winter en de samenzweerders zullen hun agenda voor mondiaal bestuur dit jaar natuurlijk veel zorgvuldiger verborgen houden. It is a jolly winter, and the conspirators will be much more careful to hide their global governance agenda this year.
  Ik beschouw deze verwerping als een duidelijke afwijzing van de pogingen van provocateurs en samenzweerders om te speculeren over de status-quo. I consider this to be a clear rejection of the attempts by provocateurs and conspirators at speculating about the status quo.

Definition of conspirator

• One of a group that acts in harmony; a person who is part of a conspiracy

Examples

• The conspirators were rounded up by the police and arrested

Related words

• conspiratorial
• conspiratory
• co-conspirator