English-Dutch translations for homeless

• dakloos
  Nog steeds zijn meer dan een miljoen mensen dakloos. More than a million people are still homeless.
  Het maakt mij niet uit of hij of zij een Ford bezit of dakloos is. I do not care whether he owns a Ford or is homeless.
  Bovendien zijn honderden mensen dakloos geworden. In addition, hundreds of people have been left homeless.
• dakloze
  Ik heb een bezoek gebracht aan de dakloze gezinnen. I have been with the homeless families.
  Op 13 september werd een dakloze man dood aangetroffen. On 13 September, a homeless person was found dead.
  Een andere groep gooide benzine over een dakloze vrouw en stak die benzine vervolgens in brand. Another group threw petrol over a homeless woman and set fire to her.
• onbehuisd

Definition of homeless

• Lacking a permanent place of residence

Examples

• Whenever I pass the park, I see the homeless people sleeping on the benches.

Related words

• homelessness
• homeless shelter
• homeless woman
• homeless person