English-Dutch translations for prophecy

• voorspelling
  Sommige opmerkingen kunnen het effect van een zichzelf vervullende voorspelling hebben. Some of the comments sometimes have a self-fulfilling prophecy effect.
  Het debat waarnaar wij vanochtend hebben geluisterd, doet hopen dat deze voorspelling van de paus uitkomt. Voorzitter Cox en commissaris Verheugen hebben deze wens trouwens ook geuit. This morning's debate gives me the hope, expressed by President Cox and Commissioner Verheugen too, that this prophecy will come true.
  Die voorspelling kwam uit: zij die geloofden in de Europese eenwording, de onwankelbare bouwers en voorstanders van integratie, Monnet en Spinelli, hebben gewonnen. That prophecy came true: the believers in Europeanism, the tenacious exponents of integration and fighters, Monnet and Spinelli, were victorious.

Definition of prophecy

• A prediction, especially one made by a prophet or under divine inspiration
• The public interpretation of Scripture

Examples

• French writer Nostradamus made a prophecy in his book.

Related words

• prophecy of disaster
• self-fulfilling prophecy
• make prophecy