English-Dutch translations for september

• september
  Dit was het geval vóór 11 september. This was true prior to 11 September.
  De stemming vindt plaats in september. The vote will take place in September.
  Zijn wij de 11e september soms al vergeten? Have we forgotten September 11 already?

Definition of september

• The ninth month of the Gregorian calendar, following August and preceding October. Abbreviations: '''Sep''or '''Sep.''', '''Sept''or '''Sept.'''

Examples

• Late September is a beautiful time of year
• This was one of the warmest Septembers on record.

Related words

• mid-September
• September thorn
• September 11 attacks
• September bush
• 11 September attacks
• day in September