English-Dutch translations for zeppelin

• zeppelin
  We stappen nu toch ook niet meer in een zeppelin, wanneer we naar Brussel of Straatsburg vliegen. We zijn heel blij dat we supermoderne vliegtuigen hebben. Nowadays, we do not get into a Zeppelin if we want to fly to Brussels or Strasbourg; we are delighted to have ultra-modern planes at our disposal.
  Deze regio, die fans van rockmuziek zelfs kennen uit een nummer van Led Zeppelin, kan opnieuw een regio worden waarin mensen uit alle delen van Kasjmir in vrede en welvaart kunnen samenleven. The region, which has even been the subject of a rock song by Led Zeppelin, can once more be a region in which people from all parts of Kashmir can live together in peace and prosperity.

Definition of zeppelin

• A type of large German dirigible airship of the early 20th century, designed to carry passengers or bombs
• A German manufacturing company, famed for building the zeppelin airships

Related words

• benzodiazepine
• zephyr
• Zephaniah
• zeptolitre
• zeptoliter
• zeptojoule
• zeptomole
• zeptonewton
• zeptosecond