German-Dutch translations for ansprechen

aanspreken
Dan kun je hem of haar daarna daarop aanspreken. Danach können Sie ihn oder sie darauf ansprechen. Ook daar zou de Commissie de autoriteiten in Cairo op moeten aanspreken. Auch auf diesen Punkt sollte die Kommission die Behörden in Kairo ansprechen. Daar wil ik landbouwcommissaris Fischler heel persoonlijk op aanspreken. Da möchte ich den Landwirtschaftskommissar Fischler ganz persönlich ansprechen.
aandragen

aankaartenIk wil een paar punten aankaarten. Ich möchte einige wenige Punkte ansprechen. Ik zou nog een tweede thema willen aankaarten. Ein zweites möchte ich ansprechen. Ten vierde wil ik een formele kwestie aankaarten. Lassen Sie mich viertens noch eine Sachfrage ansprechen.
aansnijdenIk wil daarvan slechts drie punten aansnijden. Ich möchte nur drei Punkte ansprechen. Ik wilde drie onderwerpen aansnijden. Ich möchte drei Punkte ansprechen. Ik wil een aantal onderwerpen aansnijden. Ich möchte einige Themen ansprechen.
aantrekkelijk aantrekken
ter sprake brengenIk wil drie dingen ter sprake brengen. Ich möchte drei Dinge ansprechen. Wij willen het thema op het niveau van de VN ter sprake brengen. Wir wollen das Thema auf UNO-Ebene ansprechen. Dit is in ieder geval een kwestie die wij regelmatig ter sprake brengen. Jedenfalls ist das ein Thema, das wir regelmäßig ansprechen.