German-Dutch translations for anstoßen

• aanstoten
• drinken op
• duw geven
• porren
• proosten
  We kijken allemaal met vrees naar hoe de situatie zich ontwikkelt en ik hoop dat we nog een keer met die vlag en dat glas champagne kunnen proosten op de vrijheid van Zuid-Soedan. Wir alle schauen mit großer Sorge auf die Entwicklungen, und ich hoffe, dass wir noch einmal mit der Fahne und einem Glas Champagner auf die Freiheit des Südsudan anstoßen können.
• toasten
• toosten
  Na de enthousiaste pleidooien van de heren Posselt, Bösch en Habsburg, kijk ik inderdaad reikhalzend uit naar het moment dat ik daarop kan toosten met een glas Sloveense wijn. Angesichts der enthusiastischen Zustimmung von Herrn Posselt, Herrn Bösch und Herrn Habsburg kann ich es eigentlich kaum erwarten, bis ich mit slowenischem Wein auf dieses Ereignis anstoßen kann.

Related words

• Anstoß erwecken
• anstoßerregend
• Anstoß erregen
• Anstoß nehmen
• Anstoß nehmen an etw.
• auf etwas/jemanden anstoßen
• mit der Zunge anstoßen
• Denkanstoß