German-Dutch translations for ausgangspunkt

• uitgangspunt
  Dat is inderdaad een mooi uitgangspunt.Das ist ein guter Ausgangspunkt.
  Dit was een goed uitgangspunt.Das war ein guter Ausgangspunkt.
  Dat moet ons uitgangspunt vormen. Das muß unser Ausgangspunkt sein.
• axioma
• beginpunt
  De richtlijn is een beginpunt. Die Richtlinie stellt einen Ausgangspunkt dar.
  Beginpunt van deze affaire vormen de melkquota van 1984. Ausgangspunkt der Affäre sind die Milchquoten von 1984.
  Het standpunt na tweede lezing is een uitstekend beginpunt dat onze steun krijgt. Der Standpunkt zweiter Lesung ist ein ausgezeichneter Ausgangspunkt, den wir unterstützen.

Related words

• Ausgangs
• Ausgangstext
• Ausgangslage
• Ausgangsstoff
• Ausgangsmaterial
• Ausgangssituation
• Ausgangsposition
• Ausgangssperre
• Ausgangssprache