Italian-Dutch translations for italiani

• Italiaan
  Vervolgens heb ik gevraagd: " Bent u Italiaans ambtenaar of Europees ambtenaar?" Natuurlijk zijn zij Italiaanse ambtenaren, groen-wit-rood! Quindi ho specificato: »Siete funzionari italiani oppure europei?» Ovviamente, sono funzionari italiani, bianco-rosso-verde!
  Een achttienjarige jongen liep op een landmijn en is al het zoveelste slachtoffer. Onder de slachtoffers waren verder een Italiaan, een Nederlander en andere mede-Europeanen. Un ragazzo di diciotto anni è morto in un campo minato, andando così ad aumentare il numero già notevole di vittime delle mine, tra le quali vi sono anche italiani, olandesi e altri cittadini europei.
  De 180 miljoen Europeanen die over de gehele wereld reizen, stellen vast dat zij slechts bescherming genieten als zij weer Duitser, Spanjaard, Pool of Italiaan worden. I 180 milioni di europei che viaggiano in tutto il mondo scoprono che possono ottenere protezione solo se si presentano come tedeschi, spagnoli, polacchi o italiani.
• Italiaanse
  Omschakeling van de Italiaanse vissers wat betreft bepaalde visserijactiviteiten Riconversione di alcune attività di pesca praticate dai pescatori italiani
  Ik spreek namens de Italiaanse radicalen. Io parlo a nome dei radicali italiani.
  Wordt het de Italiaanse rechtbanken onmogelijk gemaakt de wet te handhaven? Viene forse impedito ai tribunali italiani di far rispettare la legge?

Related words

• italianizzare
• italianizzarsi
• italianizzazione
• italianità
• italianismo