Italian-Dutch translations for marito

• echtgenoot
  Ik heb mijn hypotheek gekregen en mijn echtgenoot heeft niet getekend. Ho ottenuto il mutuo e mio marito non ha firmato.
  Bovendien waren veel vrouwen financieel afhankelijk van hun echtgenoot. Inoltre, molte donne erano economicamente dipendenti dal marito.
  In de meeste gevallen is de agressor de echtgenoot of partner of een bekende. Nella maggior parte dei casi chi perpetra la violenza è il marito o il compagno, o un conoscente.
• man
  Een man vroeg mij toen: wat vindt uw man daarvan? A quel punto, un uomo mi ha domandato: "Suo marito che ne pensa?"
  Mijn man is arts en enkele jaren geleden werd hij besmet door een injectienaald. Mio marito è medico e qualche anno fa si è infettato con un ago.
  Ze moeten voor het huis, de kinderen en hun man zorgen, terwijl ze daarnaast ook werken. Devono occuparsi della casa, dei figli, del marito e lavorare fuori casa.

Related words

• marito e moglie
• marito per un'ora
• moglie e marito
• dar marito