Polish-Dutch translations for jeździć

  • reizen
    Kunt u misschien, in plaats van naar vergaderingen van landgenoten te reizen, nadenken over activiteiten die de naties van Europa niet tegen elkaar in het harnas jagen? Zamiast jeździć na zjazdy ziomkostw, może zająłby się Pan tym, żeby nikt nie antagonizował narodów Europy?
  • rijdenBetere wegen betekenden dat ze sneller konden rijden. Lepsze drogi powodowały, że mógł szybciej jeździć. Er zouden meer personen- en vrachtauto's op biogas moeten rijden. Więcej samochodów i ciężarówek powinno jeździć na biogazie. Waar vinden we benzine als alle Indiërs in Tata's rijden? Skąd weźmiemy benzynę, gdy wszyscy Hindusi zaczną jeździć terenówkami?

Trending Searches

Popular Dictionaries

DictionaryPro.net

DictionaryPro.net is a free online dictionary with more than 14 million translations.

Terms of Use   Privacy Policy   Cookies   Contact Us

Auf DeutschEn españolPå svenskaSuomeksiEestikeelne

Mindmax

Content is based on Wiktionary articles.
Text is available under Creative Commons Attribution-ShareAlike license.
© 2004-2024 DictionaryPro.net