Spanish-Dutch translations for ahorrar

sparen
Laat collega Van Hulten maar vast beginnen te sparen. ¡Y que el Sr. van Hulten empiece a ahorrar! Het zou tijd besparen als u dat eerst zou proberen. Se ahorraría tiempo si intentara eso en primer lugar. Ten derde: welk potentieel hebben we om geld te sparen? En tercer lugar: ¿qué posibilidades se abren ante nosotros para conseguir ahorrar?
besparen
Het zou tijd besparen als u dat eerst zou proberen. Se ahorraría tiempo si intentara eso en primer lugar. Dan hadden we heel veel tijd kunnen besparen. Aquí habríamos podido ahorrar muchísimo tiempo. We zouden de belastingbetaler wat geld moeten besparen en deze academie moeten opheffen. Deberíamos ahorrar algo de dinero al contribuyente y eliminarla.

bezuinigen
Een laatste opmerking, mijnheer de Voorzitter. Bezuinigen, mijnheer Elles en bezuinigen is twee. Señor Presidente, una última observación. Señor Elles, ahorrar no es igual a ahorrar. Waarop moet Zweden dan bezuinigen? ¿Dónde tiene que ahorrar Suecia? Maar dat gebeurde niet om te bezuinigen. Y esto no se ha hecho para ahorrar.
economiseren
remove the embedded wikilinks to the individual words. see User:Kephir/gadgets/xte#Translation_fixin
uitsparen
We moeten onze regeringen op dit punt een helder signaal geven en 200 miljoen euro per jaar uitsparen. Tenemos que enviar un mensaje claro a nuestros gobiernos sobre este asunto y ahorrar 200 millones al año.
zuinig beheren