Spanish-Dutch translations for distinguir

  • distingeren
  • onderscheiden
    We moeten hier twee zaken onderscheiden. Tenemos que distinguir dos cuestiones aquí. Maar hoe valt informatie te onderscheiden van reclame? Sin embargo, ¿cómo podemos distinguir la información de la publicidad? In gewonemensentaal betekent dit dat ik een bordeaux van een rijnwijn kan onderscheiden. Para los legos, esto significa que sé distinguir mi clarete de un vino blanco del Rin.
  • ontwaren
  • vertellen
  • zeggen
    Ik zou alleen maar willen zeggen - misschien vooral tegen mevrouw Plumb en de heer Ransdorf - dat dit belangrijke verschillen zijn. Permítanme decir -tal vez en particular a la señora Plumb y al señor Ransdorf- que es preciso distinguir bien entre restos dos conceptos. Wanneer Deense bezoekers naar Straatsburg komen, zeggen ze vaak dat ze "de EU gaan bezoeken" , maar er is geen reden om dit beeld te bevestigen dat alle instellingen koek van één deeg zijn. La gente debe tener la posibilidad de poder distinguir entre el Tribunal de Justicia y el Parlamento, la Comisión y el Consejo. Enerzijds zeggen wij welke sectoren de activiteiten van de Commissie kunnen weerspiegelen, en anderzijds geven wij de sectoren aan waarin terecht anderen actief moeten worden. Por lo tanto, podemos distinguir entre los sectores donde se reflejan las acciones emprendidas por la Comisión, y los sectores que se han dejado en manos de otros.

Trending Searches

Popular Dictionaries

DictionaryPro.net

DictionaryPro.net is a free online dictionary with more than 14 million translations.

Terms of Use   Cookies   Contact Us

Auf DeutschEn españolPå svenskaSuomeksiEestikeelne

Mindmax
Content is based on Wiktionary articles.
Text is available under Creative Commons Attribution-ShareAlike license.
© 2004-2024 DictionaryPro.net