Spanish-Dutch translations for feliz
- blijDe heer Fogh Rasmussen is blij, de heer Haarder is blij en de heer Prodi is hopelijk ook blij. El Sr. Fogh Rasmussen está feliz, el Sr. Haarder está feliz y el Sr. Prodi, esperamos, también está feliz. De heer Ayral zou vandaag zeker blij zijn geweest. El señor Ayral hubiera sido feliz hoy. Als het antwoord ja luidt, dan ben ik blij dat ik voorgestemd heb. Si fuera así, me sentiré aún más feliz de haber votado a favor.
- gelukkigAls we gelukkige kinderen hebben, hebben we een gelukkige maatschappij. Si nuestros niños son felices, la sociedad será feliz. U hebt allen een gelukkig nieuwjaar verdiend! ¡Todos ustedes se merecen un feliz Año Nuevo! Wij wensen Zimbabwe dus een gelukkig 2009 toe, zonder Mugabe. Deseamos pues a Zimbabue un feliz año 2009 sin Mugabe.
- goedgezind
- monter
- opgetogen
- uitgelaten
- vrolijkVrolijk kerstfeest en de beste wensen. Feliz Navidad y le deseo lo mejor. Ik wens u een vrolijk kerstfeest en een gelukkig nieuwjaar.¡Feliz Navidad y próspero Año Nuevo! De beste wensen en vrolijk kerstfeest voor het vertrekkende Britse voorzitterschap. Mis mejores deseos y una Feliz Navidad a la Presidencia británica saliente.
- zegenrijk
Trending Searches
Popular Dictionaries