Spanish-Dutch translations for isleño

• eilander
• eilandbewoner
  Eilandbewoners zijn van nature al vindingrijk genoeg. En realidad, los isleños son por naturaleza gente con recursos.
  Ik kom echter van een eiland, en als eilandbewoner moet ik mijn beklag doen: de ontwikkeling van de eilanden komt niet aan haar trekken. Más allá de esto, sin embargo, quisiera expresar mi disgusto como isleño a causa del desinterés por el desarrollo de las islas.
  Voor vele eilandbewoners zijn landbouwproducten de voornaamste producten van export naar de internationale markt. Zij leveren onder meer suiker, kopra, bananen, kokosnoten en palmolie. Para muchos isleños del Pacífico, los productos agrícolas representan sus principales exportaciones a los mercados internacionales, sobre todo azúcar, copra, plátanos, cocos y aceite de palma.
• eilandbewoonster
• eilandster

Related words

• isla