Dutch-English translations for aanhoren

• hark
• hear
  First of all, I am fed up with hearing that we should learn lessons. In de eerste plaats: ik kan het echt niet meer aanhoren.
  I will hear the rapporteur, I will make a ruling and then we will proceed. Ik zal de rapporteur aanhoren, vervolgens zal ik een beslissing nemen, en van daaruit zullen we verdergaan.
  I am sick of hearing that we cannot do better, that we have done all we can. Ik ben het zat om te moeten aanhoren dat wij niet meer kunnen doen, dat wij alles hebben gedaan wat in onze mogelijkheden lag.
• listen to
  The silly talk that we have had to listen to has nothing to do with what is in the proposal. Het domme gepraat dat wij mochten aanhoren, heeft geen enkele betrekking op datgene wat in het voorstel staat.
  This would have meant that we would have had to listen to Mr Posselt for a whole fifteen minutes. Dat had betekend dat we de heer Posselt een kwartier lang hadden moeten aanhoren.
  We should listen to them, we should hear what they have to say and review the proposal for a directive accordingly. We moeten naar hen luisteren, hen aanhoren en de ontwerprichtlijn dienovereenkomstig herzien.

Related words

• aanhouding
• aanhouden
• aanhoudend
• aanhoudingsbevel
• aanhoudelijk
• spaanhout
• titaanhoudend
• uraanhoudend