Dutch-English translations for aankondigen

• announce
  I am going to announce the next question now. Ik ga nu de volgende vraag aankondigen.
  I cordially request you to announce this today. Ik zou u bijzonder dankbaar zijn als u dit vandaag zou aankondigen.
  Secondly, I have a technical correction to announce. Ten tweede wil ik een technische correctie aankondigen.
• harbinger
• herald
  The herald blew his trumpet and shouted that the King was dead.
  Daffodils are heralds of Spring.
  Rouge Dragon is a herald at the College of Arms.
• portend
  Let it be known that the Rapture portends the End of Days.
• prefigure
• presage

Related words

• aankondiger
• aankondigend
• het einde aankondigen