Dutch-French translations for bondig

• succinct
  On n'aurait pas pu le dire de manière plus succincte. Je zou het niet bondiger kunnen zeggen.
  Le rapport est clair, succinct et direct. Het verslag is duidelijk, bondig en ter zake.
  Madame le Président, je félicite le rapporteur pour son rapport brillant et succinct. Mevrouw de Voorzitter, ik complimenteer de rapporteur met haar voortreffelijke en bondige verslag.
• bref
  Je serai très bref, Monsieur le Président. Ik zal kort en bondig zijn, mijnheer de Voorzitter.
  Merci, et merci aussi d'avoir été bref. Dank u, en ook dank voor uw bondige betoog.
  J’essayerai donc d’être bref pour rester poli. Ik zal dus proberen bondig te zijn om beleefd te blijven.
• concis
  Ce rapport est clair, concis et pertinent. Het verslag is duidelijk, kort en bondig.
  Elle attendent une réponse concise et rapide. Wij wensen een bondig en spoedig antwoord op die vragen.
  Il n'y a actuellement, selon moi, aucun autre indicateur aussi concis ou complet. Ik geloof dat er momenteel geen andere indicator bestaat die net zo bondig en compleet is.
• laconique
• sommaire

Related words

• bond
• vakbond
• bondgenoot
• vakverbond
• bondsrepubliek
• statenbond
• kortgebondenheid
• abondant
• ontbond