Dutch-French translations for vrucht

• fruit
  . - L’Afrique est un fruit très appétissant. – Afrika is een uiterst smakelijke vrucht.
  Ce succès est le fruit de nos négociations. Dat is de vrucht van onze onderhandelingen.
  Cependant, l'on pourrait également dire qu'elle n'a pas encore porté ses fruits. Men zou echter ook kunnen zeggen dat het eenvoudig nog geen vrucht heeft gedragen.
• fœtus
  Cela permettrait de mettre en place des conditions favorables à des changements positifs dans les comportements sexuels et de mettre fin aux procédures moralement controversées sur les fœtus humains. Zo kunnen positieve veranderingen in de seksuele omgangsvormen bereikt worden en als gevolg daarvan zullen later moreel omstreden ingrepen op de menselijke vrucht niet hoeven worden uitgevoerd.
• œuvre

Related words

• fruit
• groente
• ooft