Dutch-German translations for bereiden

• aufbauen
  Wir sollten auf dem diesjährigen Erfolg aufbauen und rechtzeitig mit der Vorbereitung der zukünftigen Mittelzuweisung beginnen; ich freue mich, dass die Diskussion darüber schon begonnen hat. Voortbordurend op de successen van dit jaar dienen we de toekomstige toewijzingen bijtijds voor te bereiden, en ik ben blij dat de discussie hierover reeds is begonnen.
• einrichten
  Wenn wir eine Behörde einrichten wollen, die sich wirklich mit den Aufgaben beschäftigt, die von ihr erwartet werden, müssen wir uns auch die Zeit nehmen, um die Einrichtung der Behörde vorzubereiten. Als wij een Autoriteit willen die zich daadwerkelijk met de taken bezighoudt die van haar verwacht worden, moet er ook tijd worden vrijgemaakt om de oprichting van de Autoriteit voor te bereiden.
  Wir müssen uns jedoch darauf einrichten, auch Mittel für die Verbesserung der Lage nach dem Erdbeben in der Türkei sowie für die erforderliche humanitäre Hilfe in Ost-Timor bereitzustellen. Anderzijds dienen wij ons voor te bereiden op de noodzaak van financiële middelen voor de gevolgen van de aardbeving in Turkije en voor de behoefte aan humanitaire hulp op Oost-Timor.
• für den Einsatz vorbereiten
• installieren
• zubereiten

Related words

• voorbereiden
• voorbereidend
• wegbereidend
• toebereiden