Dutch-German translations for gezinslid

• Familienmitglied das
  In solchen Fällen kann ein Familienmitglied sein Recht auf Familienzusammenführung geltend machen. In dat geval kan een gezinslid zich beroepen op zijn recht op gezinshereniging.
  Wir alle wissen, dass "Familie" und "Familienmitglied" in verschiedenen EU-Ländern unterschiedlich definiert werden. Zoals bekend lopen de definities van 'gezin' en 'gezinslid' in de lidstaten uiteen.
  Fast 10 % geben an, dass ein naher Verwandter oder ein Familienmitglied an einer durch Umweltfaktoren hervorgerufenen Krankheit leidet. Bijna 10 procent deelt mee dat ze een familie- of gezinslid hebben met een door milieuomstandigheden veroorzaakte kwaal.
• Angehörige die
  Ich möchte allen Familien, die Angehörige verloren haben, mein aufrichtiges Beileid aussprechen. Ik betuig mijn oprechte medeleven met alle gezinnen die een gezinslid hebben verloren.
• Angehöriger der
• Familienangehörige die
  Ferner sei dem Bericht zufolge die Definition des Begriffs "Familienangehöriger" zu restriktiv, was erneut eine offene Aufforderung zu noch mehr Missbrauch ist. Verder stelt het verslag dat de definitie van gezinslid te beperkt zou zijn, wat opnieuw een open uitnodiging is voor nog meer misbruiken.
• Familienangehöriger der
  Ferner sei dem Bericht zufolge die Definition des Begriffs "Familienangehöriger" zu restriktiv, was erneut eine offene Aufforderung zu noch mehr Missbrauch ist. Verder stelt het verslag dat de definitie van gezinslid te beperkt zou zijn, wat opnieuw een open uitnodiging is voor nog meer misbruiken.
• Verwandte die
  Fast 10 % geben an, dass ein naher Verwandter oder ein Familienmitglied an einer durch Umweltfaktoren hervorgerufenen Krankheit leidet. Bijna 10 procent deelt mee dat ze een familie- of gezinslid hebben met een door milieuomstandigheden veroorzaakte kwaal.
• Verwandter der
  Fast 10 % geben an, dass ein naher Verwandter oder ein Familienmitglied an einer durch Umweltfaktoren hervorgerufenen Krankheit leidet. Bijna 10 procent deelt mee dat ze een familie- of gezinslid hebben met een door milieuomstandigheden veroorzaakte kwaal.
• Verwandtschaft die

Related words

• eengezinswoning
• gezinstoelage
• gezinshereniging
• gezinsleven
• gezinsuitbreiding
• gezinsbijslag
• gezinsinkomen
• gezinsvorming
• gezinsvoogd