German-Dutch translations for angehöriger

familielui
familieverwant
geboortsverwant
gezinslid
lid
Ik heb lang in het Britse leger gediend en ik ben lid van de Commissie inzake de strijdkrachten van het Verenigd Koninkrijk. Ich war lange Zeit Angehöriger des britischen Militärs und bin Mitglied des Streitkräfteausschusses im Vereinigten Königreich. Als verkozen lid voor alle burgers van mijn kiesdistrict neem ik er bijzondere aanstoot aan beschouwd te worden als deel uitmakend van de motorrijderslobby. Als gewähltes Mitglied, das sämtliche Bürger meines Wahlkreises vertritt, erhebe ich entschiedenen Widerspruch dagegen, als Angehöriger einer Motorradfahrer-Lobby betrachtet zu werden. Met betrekking tot het eerste slachtoffer van deze operatie, een lid van het Franse contingent, moet ik zeggen dat het onderzoek nog loopt. Im Hinblick auf das erste Opfer des Einsatzes, ein Angehöriger der französischen Truppe, kann ich Ihnen mitteilen, dass die Ermittlungen noch laufen.
verwant