Dutch-German translations for kennen

kennen
Wir kennen keine andere, wir kennen keine bessere. Wij kennen geen andere of betere. Fünftens, Meere kennen keine Grenzen. Ten vijfde kennen zeeën geen grenzen. Die Mitgliedstaaten kennen diese Herausforderungen. De Vijftien kennen deze uitdagingen.
erkennen
Zum Glück können wir auf unsere Tische trommeln und so unser Nichteinverständnis zu erkennen geben. Gelukkig kunnen we door geroffel op onze tafels te kennen geven dat we dit niet accepteren. In einem Punkt können wir uns sicher sein, nämlich dass Fische keine Grenzen und Trennlinien erkennen. Van één ding kunnen we zeker zijn: vissen kennen geen grenzen. Fordern denn nun die Vereinigten Staaten eine Sonderrolle in der Welt und erkennen wir sie an? Eisen de Verenigde Staten een aparte rol voor zich op in de wereld, ja of nee, en kennen wij hen die toe?

erlebenWir kennen sie alle und von vielen erleben wir die unheilvollen Auswirkungen. Die kennen we immers allemaal en van vele ondervinden wij de nadelige gevolgen.Es handelt sich zwar nicht um die echte Vogelgrippe, wie wir sie in Asien erleben, aber sie ist offenbar mit ihr verwandt. Het is weliswaar niet de echte vogelpest zoals we die in Azië kennen, maar zij schijnt eraan verwant te zijn. Zur Verwirklichung dieser Ziele müssen die Bewohner ihr Haus, oder besser noch ihr Zuhause, kennen- und vor allem erleben lernen. Om deze doelstellingen te realiseren moeten de bewoners hun huis of liever zelfs hun thuis leren kennen en vooral leren beleven.
wiedererkennen
wissen
Sie kennen Sri Lanka und sie wissen, was los ist. Zij kennen het land en zijn op de hoogte van de ontwikkelingen aldaar. Wir wissen, wer die Unruhestifter sind. We kennen de ordeverstoorders nu wel. Sie müssen über jeden an Bord Bescheid wissen! Ze moeten echter de namen van alle opvarenden kennen.