Dutch-German translations for samengaan

• sich vereinen
• sich zusammenschließen
• Vereinigung die
  Integration heißt Eingliederung, Vereinigung, politische wie wirtschaftliche Vervollständigung. Integreren is inpassen, samengaan, zowel politiek als economisch één worden.
• verschmelzen
  Das ist ein eklatantes Beispiel dafür, wie absurd es ist, die alten Nationen Europas miteinander verschmelzen zu wollen. Hier hebben wij een overduidelijk bewijs dat het absurd is, de oude naties van Europa te willen doen samengaan.
• zusammenkommen
• zusammenlegen

Related words

• samengevat
• samengesteld
• samengaand
• samengroeien
• samengeraapt
• samengestelde
• samengesteld gezin
• samengesteld getal