Dutch-German translations for spreker

• Sprecher der
  Der nächste Sprecher ist Herr Fjellner. De volgende spreker is de heer Fjellner.
  Jeder Sprecher hat eine Minute Zeit. Iedere spreker krijgt één minuut.
  (Der Präsident entzieht kurz dem Sprecher das Wort) (Spreker wordt kortstondig door de Voorzitter onderbroken)
• Sprecherin die
  (Der Präsident bittet die Sprecherin um der Dolmetscher willen, langsamer zu sprechen) (De Voorzitter verzoekt de spreker langzamer te spreken ten behoeve van de tolken)
  Wie die Sprecherin vor mir gerade gesagt hat, weiß ich nicht, was hinter den Kulissen geschieht, und welche Vereinbarungen getroffen werden, über die wir nichts wissen. Ik weet niet wat zich achter de schermen afspeelt, zoals de vorige spreker zei, en ik heb ook geen idee wat voor afspraken er worden gemaakt waar we niets van afweten.
  Was die Sprecherin Ihrer Fraktion anlangt, so kann ich Ihnen mitteilen, dass sie genau die gleiche Redezeit wie z. B. Hans-Gert Poettering und Herr Barón Crespo hatten. Wat betreft de spreker uit uw fractie: zij heeft net zoveel tijd gekregen als bijvoorbeeld Hans-Gert Poettering en de heer Barón Crespo.

Related words

• luidspreker
• buikspreker
• kwaadsprekerij
• moedertaalspreker
• niet-moedertaalspreker
• grootspreker
• tegenspreker
• voorspreker
• gastspreker