Dutch-German translations for thema

• Thema das
  Nicht jedes Thema in Europa ist ein Thema für Europa. Niet elk thema in Europa is per se een thema voor Europa.
  Jetzt komme ich zum dritten Thema. Dan kom ik nu op het derde thema.
  Es handelt sich dabei um ein ähnliches Thema. Ik zie hier dus een volgend thema dat met deze kwestie samenhangt.
• Frage die
  Ein zweiter wichtiger Punkt betrifft die soziale Frage. Een tweede groot thema is natuurlijk het sociale thema.
  Die dritte Frage betrifft die Themen. Over deze thema's gaat ook mijn derde opmerking.
  Ich frage die Kolleginnen und Kollegen: Was war das Thema des diesjährigen Haushalts? Collega's, wat was het thema van de begroting dit jaar? Werkgelegenheid!

Related words

• thematisch
• themapark
• mathematiek
• mathematica
• mathematicus
• mathematisch
• anathema
• apothema
• mathemaat