Dutch-German translations for zelfvertrouwen

• Selbstvertrauen das
  Sie haben auch über Selbstvertrauen gesprochen. U had het net ook over zelfvertrouwen.
  So hat Afrika mehr Selbstvertrauen und dies auch aus gutem Grund. Afrika heeft meer zelfvertrouwen en dat is ook geheel terecht.
  Nun müssen wir in Zukunft nur noch genug Selbstvertrauen haben, um das auch anzuwenden. Laat ons in de toekomst volledig zelfvertrouwen tonen door deze procedure toe te passen.
• Selbstachtung die
  Wir müssen erkennen, dass Gruppendruck, mangelnde Selbstachtung und der Alkoholkonsum der Eltern Probleme darstellen, die wir berücksichtigen müssen. Sociale druk, een gebrek aan zelfvertrouwen, drinkende ouders: het zijn allemaal problemen waarmee we rekening moeten houden. Tevens dienen we de NGO' s te raadplegen.
• Selbstgewissheit die
• Selbstvergewisserung die
• Selbstwertgefühl das
• Zuversicht die
  Ich glaube, dass wir die Umsetzung aller zukünftigen maritimen Initiativen nun mit neuer Energie und Zuversicht weiterverfolgen können.- Ik geloof dat we nu met hernieuwde kracht en zelfvertrouwen de invoering van alle toekomstige maritieme initiatieven kunnen voortzetten.

Related words

• zelfverzekerd
• zelfverdediging
• zelfverbranding
• zelfverzekerdheid
• zelfverloochening
• Zelfverdedigingskrachten
• zelfverachting
• zelfverklaard
• zelfverwijt