Dutch-Italian translations for voeden

• alimentare
  Per non alimentare tale illusione, ci siamo astenuti. Wij hebben ons van stemming onthouden om deze illusie niet te voeden.
• fare mangiare 2=was "fare mangiare" - assumed sum-of-parts; if an idiom, remove the wikilinks to the
• nutrire
  Certo, il pesce è usato per nutrire altro pesce. Vis wordt gebruikt om vis te voeden.
  Nel 2050 i piccoli agricoltori dovranno nutrire oltre 9 miliardi di persone. In 2050 zullen de boeren meer dan negen miljard mensen moeten voeden.
  Dovremmo vergognarci di imporre tali norme a coloro che intendono nutrire i nostri consumatori? Moeten we ons schamen, omdat we die regels opleggen aan degenen die onze consumenten willen voeden?

Related words

• opvoeden
• borstvoeden
• zich voeden met