Dutch-Latvian translations for belonen

• apbalvot
  Mūsu plāns nav nosodīt Izraēlu: mēs gatavojamies to apbalvot. We zijn niet van plan om Israël te veroordelen, maar om het te belonen.
  F. Ries tikko teica, ka viņa ir pret mūsu grozījumu Nr. 6, jo viņa grib cilvēkus apbalvot, nevis sodīt. Er werd net door mevrouw Ries gezegd dat zij tegen ons amendement 6 is omdat zij mensen niet wil straffen, maar veeleer belonen.
  Es tāpat kā Charles Tannock uzskatu, ka vēl ir pāragri spriest, vai viņu vajadzētu apbalvot ar Austrumeiropas partnerības iniciatīvu. Net zoals Charles Tannock vind ik het echter nog te vroeg om te speculeren, om hem te belonen met een oostelijk partnerschap.

Related words

• beloning
• belofte
• beloven
• veelbelovend
• beloega
• Beloetsjistan
• beloeren
• belopen
• beloegasteur