Dutch-Portuguese translations for hond

cãoQuando alimento um cão e ele me morde, deixo de o alimentar, pois se o fizer voltará a morderme.Als ik een hond voer en die bijt mij, dan voer ik die hond niet meer omdat hij me anders misschien weer zal bijten. A surpresa foi que o cão estava presente mas não ladrou.Wat verbazing wekte was dat de hond er wel was, maar niet blafte.
cachorroNão sei, se alguma vez tiveram um cãozinho, um cachorro que corria, brincando sobre a relva - corria com as suas quatro patas. Ik weet niet of u wel eens een jonge hond heeft gehad die in de wei dartelde, op vier poten.

Dictionary