Dutch-Portuguese translations for kwaad

• bravo
• malvado
  Ao longo de todo esse tempo, sofreu atrozmente as consequências de inúmeros actos malvados e cruéis perpetrados por terroristas. De mensen hebben er al die jaren zwaar geleden onder het onnoemelijke kwaad en de gewelddaden van terroristen.
• mau
  O Estado de direito é isso mesmo - e não seria mau dar o exemplo. Dat is waar het in een rechtstaat om gaat. Het kan geen kwaad het goede voorbeeld te geven.
  As pessoas só ouviam uma opinião sobre o que era bom ou mau e sobre o modo como a sociedade deveria evoluir. De mensen konden toen slechts één mening vernemen over wat goed en kwaad is en in welke richting de samenleving zich moet ontwikkelen.
  Não se trata tanto de saber se o financiamento dessa investigação é bom ou mau, mas sim de saber se essa investigação é boa ou má . Een discussie over goed en kwaad. Niet: is financiering goed of niet, maar: is dit onderzoek op zichzelf goed of niet?
• injúria
  Pela nossa parte, devemos estar preparados para responder com um sistema de justiça civil europeia que, como disse anteriormente, não se limite a juntar o insulto à injúria. Wij van onze kant moeten bereid zijn om te reageren met een Europees civielrechtelijk systeem om, zoals ik zojuist al heb gezegd, te voorkomen dat het van kwaad erger wordt.
• irado
• irritado
  Sei que alguns dos presentes nesta assembleia ficaram muito irritados com isso. Ik weet dat sommige mensen in dit Huis daar kwaad om waren.
  Por vezes, à noite, quando já é tarde, sentimo-nos irritados, mas há momentos em que isso se justifica. Soms worden we 's avonds laat kwaad, maar soms is dat gerechtvaardigd.
• mal
  Mas o que é que torna o mal necessário? Maar wat maakt dat kwaad nu zo noodzakelijk?
  É certamente mais um mal necessário. Het is ongetwijfeld meer een noodzakelijk kwaad.
  Não estamos de modo algum dispostos a ser um mal necessário!Het zint ons niet een noodzakelijk kwaad te zijn!
• maldoso
• maléfico
• malicioso
• nervoso
• raivoso
• ruim

Related words

• kwaadaardig
• kwaadwillend
• kattenkwaad
• kwaadsprekerij
• kwaadaardigheid
• kwaadwil
• kwaadspreken
• kwaadschiks
• kwaadheid