Dutch-Portuguese translations for luisteren

• escutar
  Serão eles capazes de nos escutar? Maar zijn zij in staat naar ons te luisteren?
  Basta-nos escutar o senhor deputado Farage. Het is genoeg om even te luisteren naar de heer Farage.
  Temos de escutar o povo europeu. Wij moeten luisteren naar het Europese volk.
• ouvir
  Por favor, vamos parar e ouvir. Laten we alsjeblieft stilstaan en luisteren.
  Senhor Presidente, irão eles ouvir? Mijnheer de Voorzitter, zullen ze luisteren?
  Vamos agora ouvir o hino da Europa. Wij zullen nu luisteren naar het Europese volkslied.

Related words

• afluisteren
• meeluisteren
• fluisteren
• opluisteren
• kluisteren
• beluisteren
• fluisterend
• ontluisteren
• influisteren