Dutch-Portuguese translations for zagreb

• Zagábria
• Zagreb
  Aproxima-se a Cimeira de Zagreb.Wij krijgen straks de Top van Zagreb.
  Foi essa a mensagem que levei, quer a Liubliana, quer a Zagreb, em Janeiro. Dat is de boodschap waarmee ik in januari naar Ljubljana en Zagreb ben gegaan.
  Mas a bola está indubitavelmente no campo de Zagrebe.Maar het is nadrukkelijk Zagreb dat nu aan zet is.
• Zagrebe
  Mas a bola está indubitavelmente no campo de Zagrebe.Maar het is nadrukkelijk Zagreb dat nu aan zet is.

Related words

• zagerij
• zigzag
• afzagen
• zagen
• gezag
• gezagvoerder
• ontzagwekkend
• houtzagerij
• gezagsgetrouw