Dutch-Spanish translations for samenwerken

• colaboración
  Se trata de una labor de colaboración desusadamente positiva. Het is bijzonder prettig samenwerken zo.
  Esto demuestra lo que podemos hacer cuando trabajamos en colaboración. Het toont aan wat er mogelijk is wanneer we samenwerken.
  Eso forma parte de la correcta colaboración entre nuestras economías. Dat hoort erbij als we onze economieën goed willen laten samenwerken.
• colaborar
  La Unión Europea deberá colaborar. De Europese Unie moet samenwerken.
  Por ello es preciso que las empresas aprendan a colaborar más entre sí. Daarom moeten ondernemingen beter leren samenwerken.
  Vamos a colaborar con ustedes en ese espíritu. Dat is de houding waarin wij met u willen samenwerken.
• cooperar
  En un mercado interior, los supervisores deberían cooperar. In een interne markt moeten toezichthouders samenwerken.
  Desea cooperar, pero no integrarse. Het wil samenwerken en niet integreren.
  Son muchos, en suma, los ámbitos en los que debemos cooperar. Er zijn, kortom, veel terreinen waarop we moeten samenwerken.

Related words

• samenwerking
• samenwerkingsverband
• samenwerkend
• ontwikkelingssamenwerking
• Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling
• Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa