Dutch-Spanish translations for tolereren

• soportar
  ¿Hasta cuándo vamos a soportar esta indignidad, señor Presidente? Hoelang gaan wij dit schandelijke gedrag nog tolereren, mijnheer de Voorzitter?
  No estamos ya dispuestos a soportar un comportamiento temerario que con demasiada frecuencia ha generado daños irreparables al medio ambiente. Wij zijn niet langer bereid roekeloos gedrag te tolereren. Dat heeft immers al te vaak geleid tot onherstelbare schade aan het milieu.
  Señor Presidente, algo no funciona en el sistema si tenemos que soportar en esta Cámara la indecencia de personas que vienen aquí a justificar los crímenes. Mijnheer de Voorzitter, er schort wel degelijk iets aan het systeem als dit Parlement wordt geacht amorele personen te tolereren die hier misdaden komen rechtvaardigen.
• tolerar
  No podemos tolerar la discriminación. We kunnen geen discriminatie tolereren.
  No podemos tolerar ni toleraremos que esta situación se prolongue. We willen en kunnen niet tolereren dat dit zo doorgaat.
  Se trata de abusos que no podemos tolerar. Dit soort misbruiken kunnen wij niet tolereren.

Related words

• tolerant
• tolerabel
• tolerantie
• fouttolerant
• intolerantie
• lactose-intolerantie
• intolerant