Dutch-Swedish translations for getrouwd

• gift ett
  Den polis som dödades var gift och hade barn.Het slachtoffer was getrouwd en had kinderen.
  Detta innefattar även många rumänska män eller kvinnor som har gift sig utomlands.Een groot aantal van hen betreft Roemeense mannen of vrouwen die buiten hun land zijn getrouwd.
  Eftersom jag inte är gift, kanske detta är något jag kan se fram emot under de kommande tio åren.Aangezien ik niet getrouwd ben, is dat misschien iets waar ik de komende tien jaar naar uit kan kijken.

Related words

• ongetrouwd
• aangetrouwd
• pasgetrouwd
• getrouwd/huwelijk onder zijn/haar stand
• aangetrouwd familielid
• aangetrouwde neef
• aangetrouwde nicht
• pas getrouwd stel
• ik ben getrouwd