English-Dutch translations for boom

  • boem
  • dreunen
  • bloeien
  • bôme
  • boom
    Het is zestig jaar geleden dat de babyboom begon en de eerste babyboomers bereiken nu de pensioenleeftijd. The baby boom began 60 years ago and the first baby boomers are now reaching retirement age. Binnen een decennium bereikt de babyboomgeneratie de pensioengerechtigde leeftijd. In ten years' time, the babyboom generation will have reached retirement age. In het verslag van 2008 zal de nadruk liggen op de mogelijkheden van de babyboomgeneratie. In the 2008 report, the focus will be on the potential of the baby boom cohorts.
  • donderen
  • floreren
  • giek
  • gijk
  • hausse
    De Ieren hebben deze tegenspoed aan zichzelf te danken: hun regering heeft hun economie verkeerd beheerd en heeft een hausse in de huizenbouw gevoed die geen verband hield met de realiteit. The Irish are the authors of their own misfortune: their government mismanaged their economy and fuelled a house-building boom unrelated to reality. Men moet de goudzoekersmentaliteit evenwel overboord gooien en niet rekenen op grote hausses zoals ten tijde van de assignaten. But we do need to cast off the Klondike mentality which sees electronic operations as the key to a great financial boom, just as the assignat was expected to be. John Kenneth Galbraith heeft een keer in een hoorzitting van de Amerikaanse Senaat aangekondigd dat de toen in gang zijnde beurshausse niet kon aanhouden. Op dat moment stortte de beurs naar beneden. J.K. Galbraith once announced at a hearing of the American Senate that the stock market boom which was happening at the time would not last, and from that moment the markets started to plummet.
  • hengel
  • hoogconjunctuurMaar in een periode van hoogconjunctuur gebeurt het ook niet. But it does not happen in boom times either. We hebben nu dus een situatie waarin banken die in de jaren van hoogconjunctuur te gemakkelijk krediet hebben verstrekt, nu kleine ondernemingen weigeren krediet te verstrekken. So now we have a situation where banks which provided credit too readily in the boom years are refusing to grant credit to small businesses. In tijden van hoogconjunctuur worden zij ingezet als goedkope arbeidskrachten. Bij een politieke en economische crisis zijn ze de zondebok bij uitstek. In times of economic boom, they are deployed as cheap labour; during a political and economic crisis, they are the scapegoats par excellence.
  • kaboem

Definition of boom

Trending Searches

Popular Dictionaries

DictionaryPro.net

DictionaryPro.net is a free online dictionary with more than 14 million translations.

Terms of Use   Cookies   Contact Us

Auf DeutschEn españolPå svenskaSuomeksiEestikeelne

Mindmax
Content is based on Wiktionary articles.
Text is available under Creative Commons Attribution-ShareAlike license.
© 2004-2024 DictionaryPro.net