English-Dutch translations for expediency

• doelmatigheid
  De Rekenkamer moet controleren in hoeverre iets onverenigbaar is met de regelgeving, maar ze mag niet de doelmatigheid controleren. The Court of Auditors is to monitor the extent to which actions are incompatible with the regulations, but it should not examine the expediency of a particular action.
• opportunisme
  Worden wij daarvan weerhouden door politiek opportunisme? Is it political expediency that prevents us from doing that?
  Het gaat hier om een botsing van culturen en het opportunisme heeft gezegevierd. We have a clash of cultures here and expediency has triumphed.
  De verwijzing naar grenscontroles aan de binnengrenzen getuigt meer van politiek opportunisme dan van leiderschap en inzicht. The reference to border checks on our internal borders is evidence more of political expediency than of leadership and insight.

Definition of expediency

• The quality of being fit or suitable to effect some desired end or the purpose intended; suitability for particular circumstance or situation
• Pursuit of the course of action that brings the desired effect even if it is unjust or unprincipled
• An expedient

Related words

• expedience
• expedient
• inexpedient
• expediently
• inexpediency
• inexpediently
• expedient wise