French-Dutch translations for attacher

• vastmaken
• binden
• aanbakken
• aanbinden
• aanbranden
• aansluiten
• bepalen
• bevestigen
• fixeren
• meren
• onderbinden
• sjorren
• tuieren
• vastbinden
• vastleggen
• vaststellen
• verbinden
  Zo niet, dan moeten wij ons beraden over de gevolgen die wij daaraan willen verbinden. Dans le cas contraire, nous devrons envisager les conséquences que nous voulons attacher à cette question.
  Het Noorden moet zich verbinden aan de doelstelling om in 2015 gezamenlijk extra middelen op te hebben gebracht voor onderwijs. Le Nord doit s'attacher à l'objectif visant à réunir des fonds supplémentaires pour l'enseignement en 2015.
  Ten eerste, zou de Unie stringente politieke voorwaarden dienen te verbinden aan het vele geld dat zij in Vietnamese overheidsprojecten steekt. Premièrement, l'Union devrait attacher des conditions politiques strictes aux fonds considérables qu'elle injecte dans des projets publics vietnamiens.

Related words

• rattacher
• attacher le grelot
• rattacher administrativement
• s'attacher
• s'attacher à ses talons