German-Dutch translations for computer

• computer
  Een computer is slechts een apparaat, een stuk gereedschap. Ein Computer ist lediglich eine Maschine, ein Arbeitsgerät.
  Ik leer nog elke dag nieuwe dingen met mijn computer. Noch immer lerne ich im Umgang mit meinem Computer täglich etwas Neues.
  Wie moet er gaan tellen als er bij het aannemen van een wet geen computer aanwezig is? Wer kann zählen, wenn ein Gesetz verabschiedet wird, ohne dass man einen Computer hat?
• rekenaar

Related words

• Computermaus
• Computerspiel
• Computervirus