German-Dutch translations for erzählen

vertellen
En daarom vertellen ze dit soort leugens. Und deswegen erzählen sie die Lügen, die sie erzählen. Ik wil graag een persoonlijk verhaal vertellen. Gestatten Sie mir, eine persönliche Geschichte zu erzählen. U moet ons geen verhaaltjes vertellen. Erzählen Sie uns keine Geschichtchen.
bomen

keuvelen
verhalen
En ik kan u verhalen vertellen van wat ik heb gezien. Ich kann Ihnen erzählen, was ich gesehen habe.
zeggen
De heer Santer zal wel zeggen dat wij hier steeds maar weer over werkgelegenheid praten. Herr Santer wird Ihnen erzählen, daß wir hier immer und immer wieder über die Beschäftigung reden. Economen zeggen altijd dat de internationale handel de wereld als geheel rijker maakt. Die Wirtschaftstheoretiker werden nie müde, uns zu erzählen, dass der internationale Handel die Welt insgesamt reicher macht. Ten tweede een daadwerkelijke inspanning om de sluiting van Tsjernobyl te bekostigen. En kom ons volgend jaar weer niet zeggen dat de veiligheid bedreigd wordt, dat de democratie... Kommen Sie uns nicht im nächsten Jahr wieder erzählen, daß die Sicherheit bedroht sei, die Demokratie... Nein, nein, nein!