German-Dutch translations for glauben

• geloven
  Wij hebben er vertrouwen in en we willen dit ook geloven.Wir glauben daran. Wir wollen daran glauben.
  Ik vind dat moeilijk te geloven. Mir fällt es schwer, das zu glauben.
  Dat menen wij oprecht en wij geloven daarin. Wir sind davon überzeugt und glauben daran.
• geloof
  Ze zijn op geloof gebaseerd en niet op feiten. Das Ganze ist mehr eine Frage des Glaubens als eine Frage der Tatsachen.
  Ik geloof niet dat we dit moeten geloven. Ich denke nicht, dass wir das glauben können.
  Maar er bestaat ook het recht om een geloof te hebben. Aber es gibt auch das Recht, einen Glauben zu haben.
• denken
  We denken dat de financiële middelen toereikend zijn. Wir glauben, dass die Mittel ausreichend sind.
  U moet niet denken dat dit een gering probleem is. Glauben Sie nicht, dass das ein kleines Problem ist!
  We denken allemaal dat we weten wat dit betekent. Wir glauben alle, dass wir verstehen, was dieser Satz bedeutet.
• aanname
• aanvaarding
• geloven in
  We geloven in constructieve betrokkenheid. Wir glauben an ein konstruktives Engagement.
  Wij geloven in Europa als politiek project. Wir glauben an Europa als politisches Projekt.
  Wij geloven in gelijkheid voor alle mensen in Europa. Wir glauben an die Gleichheit für alle Menschen in Europa.
• menen
  Dat menen wij oprecht en wij geloven daarin. Wir sind davon überzeugt und glauben daran.
  U kunt erop vertrouwen dat we het menen. Sie können glauben, dass es uns damit ernst ist.
  Veel waarnemers menen dat hij is vermoord. Viele Beobachter glauben, dass er ermordet wurde.
• vermoeden
  Het gaat in dit verslag niet alleen om een bureaucratische kwestie, zoals de titel kan doen vermoeden. Dieser Bericht befaßt sich nicht einfach mit einer bürokratischen Angelegenheit, wie sein Titel glauben machen mag.
  Ik heb het vermoeden dat Roger en zijn partijgenoten zich sinds het afgelopen weekend een beetje opgejaagd voelen. Langsam fange ich an, zu glauben, dass Herr Helmer und die Anhänger seiner politischen Partei sich seit letztem Wochenende ein wenig so vorkommen müssen.
• vertrouwen
  Wij hebben er vertrouwen in en we willen dit ook geloven.Wir glauben daran. Wir wollen daran glauben.
  Moeten we dit verslag in goed vertrouwen aannemen? Sollen wir diesen Bericht auf guten Glauben verabschieden?
  Het was een besluit dat in goed vertrouwen is genomen. Diese Entscheidung wurde in gutem Glauben getroffen.

Related words

• Aberglauben
• glaubend
• Glaubensspaltung
• Glaubensbekenntnis
• Glaubensfreiheit
• Glaubenskrieg
• Glaubensgemeinschaft
• Glaubenslehre