German-Dutch translations for zweiundzwanzig

• tweeëntwintig
  Als u dat allemaal bij elkaar optelt, komt u al aan zestien van de tweeëntwintig minuten. Wenn Sie das zusammenzählen, haben Sie praktisch die sechzehn Minuten von den zweiundzwanzig erklärt.
  Ik wil het niet over die termijn hebben, ik weet niet of een jaar beter is dan negen maanden of tweeëntwintig maanden. Ich will diese Frist nicht diskutieren: Ich weiß nicht, ob ein Jahr besser als neun Monate oder zweiundzwanzig Monate ist.
  Tweeëntwintig stoffen staan nu op de lijst om te worden verboden. In Ierland en het Verenigd Koninkrijk leven grote zorgen over de graanproductie en aardappelteelt. Zweiundzwanzig Substanzen sind auf der Streichliste; in Irland und Großbritannien gibt es bereits erhebliche Bedenken wegen der Getreideproduktion und den Kartoffeln.

Related words

• zweiundzwanzigste
• Zweiundzwanzigstel
• zweiundzwanzigjährig
• achthundertzweiundzwanzig
• dreihundertzweiundzwanzig
• einhundertzweiundzwanzig
• fünfhundertzweiundzwanzig
• neunhundertzweiundzwanzig
• sechshundertzweiundzwanzig