Spanish-Dutch translations for acordar

• accorderen
• inwilligen
• overeenkomen
  Ongetwijfeld zullen toekomstige Parlementen - en ook toekomstige Raden - nieuwe hervormingen voorstellen en overeenkomen. Sin duda los Parlamentos futuros -y, por supuesto, los Consejos futuros- identificarán y acordarán más reformas.
  Zowel de VS als de EU moeten een gezamenlijke strategie over Iran overeenkomen om de voorbereidingen voor de ontwikkeling van nucleaire wapens daar op een efficiënte manier een halt toe te roepen. Tanto los Estados Unidos como la UE han de acordar una estrategia común con objeto de poner fin de una vez por todas a los preparativos para el desarrollo de armas nucleares en Irán.
  Helaas heeft de Raad van ministers er indertijd op aangedrongen dat de lidstaten onderling zouden overeenkomen welke luchtruimblokken ze wilden vormen. Lamentablemente, en ese momento el Consejo de Ministros insistió en que los Estados miembros debían acordar entre ellos los bloques de espacio aéreo que debían crearse.
• schenken
• toekennen
• toestemmen

Related words

• acuerdo