Spanish-Dutch translations for infectar

besmetten
Deze zeer besmettelijke, via de lucht overdraagbare bacterie kan tien tot vijftien andere personen besmetten voordat de symptomen zich openbaren. Esta bacteria suspendida en el aire y altamente contagiosa puede infectar a 10 ó 15 otras personas antes de que se adviertan los síntomas. Ik vergelijk het graag met een virus - het is niet gevaarlijk genoeg om de drager ervan te doden, maar het verzwakt hem beslist en het heeft de potentie om anderen te besmetten. Me gustaría comparar esto con un virus; no tan peligroso como para matar al portador, pero sí para debilitarlo y con capacidad de infectar a otros.
infecteren