Spanish-Dutch translations for juguete

• speelgoed
  Bij ander speelgoed zijn weer makkelijk afneembare kleine onderdelen geconstateerd. Otros juguetes incluían partes pequeñas que se podían separar fácilmente del juguete.
  Ik noem bijvoorbeeld speelgoed. Pongamos como ejemplo los juguetes.
  Laten we even teruggaan naar het voorbeeld van speelgoed. Vuelvo al ejemplo de los juguetes.
• speelbal
  Het mag geen speelbal worden van het lot, van een lot waarover anderen beslissen. Europa no puede ser un juguete del destino, de un destino trazado por otros.
  Wij laten niet toe dat mensenrechten de speelbal worden van populistische paniekzaaierij. No permitiremos que los derechos humanos se conviertan en un juguete para el alarmismo populista.
  Afghanistan was eeuwenlang een speelbal van strategische belangen van buitenlandse mogendheden. Durante siglos, el Afganistán ha sido juguete de los intereses estratégicos de las potencias extranjeras.

Related words

• jugar
• juguetear
• juguetería
• juguetero
• juguetón