Spanish-Dutch translations for progenitor

• ouder
  Een kind heeft het onbetwistbare recht om een band met beide ouders te ontwikkelen. También es indiscutible que el niño tiene derecho a establecer vínculos con ambos progenitores.
  Kinderen hebben recht op beide ouders.Los niños tienen derecho a ver a ambos progenitores.
  Ten tweede: beide ouders zijn even verantwoordelijk voor het opvoeden van hun kinderen. En segundo lugar, los dos progenitores son igualmente responsables del cuidado y la educación de sus hijos.
• voorouder
  De Oostzee is een schat die we van onze voorouders geërfd hebben met de verplichting haar en haar waardevolle kenmerken door te geven aan komende generaties. El Mar Báltico es un tesoro que hemos heredado de nuestros progenitores, junto con el deber de traspasarlo a él y a sus valores, a futuras generaciones.
• voorvader

Related words

• progenie
• progenitura
• progenitora