French-Dutch translations for invite

• gast
  Onze mogelijkheden zijn misschien bescheiden, maar we kunnen meer personen met een handicap uitnodigen als gast van het Parlement. Nos possibilités sont peut-être modestes, mais nous pouvons inviter davantage de visiteurs handicapés au Parlement.
  Salmaan stuurde mij een brief, naar mijn adres in het Parlement, om mij te vragen zijn persoonlijke gast te zijn in het huis van de gouverneur in Punjab. Salman m'a écrit au Parlement pour m'inviter à être son hôte dans la maison du gouverneur au Pendjab.
• introducé

Related words

• invité
• inviter
• invitée
• désinviter
• réinviter
• invitement
• invité ; invitée
• invite de commande
• invité privilégié